Zuiderburen: Portretten uit Vlaanderen 1400- 1700 heet de nieuwe tentoonstelling in het Mauritshuis.
Vanaf aanstaande donderdag laat het Mauritshuis een portrettententoonstelling zien. Het zijn niet zomaar portretten maar Vlaamse portretten van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA). Het KMSKA is tot 2019 gesloten vanwege een renovatie.
Alleen portretten? Is dat niet saai?
Absoluut niet. Laten we meteen gaan kunstkieken.
Het eerste portret waar ik naar toe liep was het Portret van Cesare Allessandro Scaglia di Verrua (1634 – Antony van Dyck).
Mijn aandacht ging enkel naar de ellenlange, sierlijke vingers en (gekke) verhoudingen van de geportretteerde. Over de proporties wilde ik meer weten. Conservator Edwin Buijsen van de tentoonstelling vertelde dat Van Dyck dit vaker deed om de personen wat meer status en uitstraling te geven.
Normaliter ben ik niet van de afmetingen maar dit keer maak ik een uitzondering. Dit schilderij is 189 x 110 cm. Heel groot!
Het portret van Abraham Grapheus (1620 – Cornelis de Vos) is eén van mijn favorieten uit de tentoonstelling.
Op het schilderij is Abraham Grapheus, eigenlijk De Graef, te zien. Hij had zijn naam gelatiniseerd. Het schilderij is speciaal voor de tentoonstelling gerestaureerd.
Grapheus schreef zich ooit in als meester bij de Gilde maar belandde daar uiteindelijk als knaap. Een van zijn werkzaamheden was het organiseren van de gildefeesten. Cornelis heeft hem in die functie geportretteerd. Op zijn borst draagt Grapheus schilden (zogenoemde breuken) die door leden van de gilden waren geschonken.
Opmerkelijk is het lege schilderij rechtsachter hem.
Waarom dat zo is kan tot op vandaag niemand vertellen. Wat mij opviel is dat de Vos zowel grove als fijne penseelstreken gebruikt. Ik vond dat heel erg bijzonder om te zien! Prachtig dat zo samenkomt!
Vandaag heb ik opnieuw door de ogen van Vincent van Gogh gekeken.
Eind november 1885 bezocht Van Gogh het KMSKA en schreef over het portret aan Theo “ dat het hem bijzonder trof”. Ik begrijp Van Gogh. De uitdrukking van Abraham Grapheus is er eentje om nooit te vergeten. Het is er eentje om letterlijk te “gravpheusen” in je geheugen.
Sinds de ontdekking van de Reuk van Rembrandt in 2016 ben ik in de ban van De vijf Zintuigen.
Het thema van de vijf zintuigen was vanaf het einde van de 16e eeuw in de mode in de prentkunst. Pas in de zeventiende eeuw begon de intrede in de schilderkunst.
Wat ik zo leuk vind is dat er met verschillende voorstellingen de vijf zintuigen worden afgebeeld. In 2016 zag ik ook in het Mauritshuis de vijf zintuigen van de Haarlemse schilder Jan Miense Molenaer.
De vijf zintuigen van Gonzale Coques zijn in feite kunstenaarsportretten.
De namen die boven de schilderijtjes staan zijn de vermoedelijke kunstenaars. De reuk is een zelfportret. De kunstenaar snuift aan een tabaksblad. Het gevoel; een man die zich snijdt met een mes. Een wijndrinker moet de smaak verbeelden en de luitspeler het gehoor. De beeldhouwer met brilletje is het zicht.
Portret van een jongen als jager (1655 – Erasmus Quelllinus de Jonge) staat er op het tekstbordje.
Als ik het tekstbordje niet gelezen zou hebben, dan zou ik gedacht hebben, dat het schilderij een kinderportret van een meisje was.
Het kindje, dat afgebeeld is in een jurk met een hoedje met een roze strik op, blijkt een jongetje te zijn. Tot en met 17e eeuw was het gebruikelijk dat jongetje tot hun zesde jaar een jurk droegen. Het maakte daarbij niet uit of het een blauwe of roze jurk was.
In de tentoonstelling is dit het enige schilderij waarop twee meisjes te zien zijn én geschilderd door een vrouwelijke kunstenaar.
Haar naam; Michaelina Wautier en schilderde het portret van twee meisjes als de heiligen Agnes en Dorothea (1650).
Het laatste portret welke ik wil laten zien is: Portret van Phillipe de Croy (1460 –Rogier van der Weyden).
Het is een paneel dat aan de voor- en achterkant (wapenschild) is beschilderd. Alles maar dan ook alles vind ik mooi aan het portret: zijn gezicht, de handen, de kaaklijn. Je ziet het niet maar de rust die dit portret uitstraalt is voelbaar.
Is een portrettententoonstelling saai? Niet met deze kijktips!
- Ogen: Welke kleur hebben ze? Kijkt de geporteerde je aan? Zie je kraaienpootjes, wallen en wimpers? Hangende oogleden?
- Neus: Je hebt ze in alle maten en vormen. Van wipneus tot langneus. Welke vorm zie je?
- Mond: Op oude portretten was het gebruikelijk om niet te lachen. Soms is een mond iets geopend en soms zijn de lippen stijf op elkaar. Kijk eens naar de vorm.
- Handen: Zijn het grote of kleine handen? Werkhanden of zijn ze juist sierlijk? Rusten de handen ergens op? Rouwranden waren vroeger normaal. Tegenwoordig wordt dat als iets ‘vies’ gezien. Zoek ze!
- Haar: Kleur? Zacht of stug?
Op het campagnebeeld staat Zelfportret met echtgenote (1496).
De identiteit van de schilder van dit zelfportret is onbekend. Door kunsthistorici wordt hij Meester van Frankfurt genoemd. Let vooral op het vliegje op het witte kapje van de de vrouw. Die is zo echt dat je hem wilt wegslaan!
Wat vond ik van de tentoonstelling?
Prachtig! Bijzonder is dat je van de meeste portretten in de tentoonstelling te weten komt wie degene is. Zij staan centraal.
De tentoonstelling Zuiderburen: Portretten uit Vlaanderen 1400- 1700 is te zien tot en met 14 januari 2018.
Voor meer informatie kijk op de site van het Mauritshuis. Vergeet ook niet om een kijkje te nemen op de site van Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen.
Fijne avond,
Liefs,
Sandra
Wat een eye-opener! Ik ben helemaal niet van de portretten. Bedankt voor jouw kijktips.
Dank je wel!
Wat een leuke stuk. Ik hou niet zoveel van die oude schilders maar toch heb ik wel zin om hier naar te gaan. Dank je wel voor het leuke geschreven tip.
Dank je wel Caro!
Lijkt mij erg mooi. Dank weer Sandra!
Jij ook bedankt voor het lezen en al jouw reacties Inez. Dat waardeer ik enorm!