De Zaanse Schans vind ik een van de mooiste plekken in Nederland.
Het is een woon- en werkbuurt in de 18e en 19e eeuw. De Schans is uniek Hollands erfgoed dat de bloeiperiode van de Zaanstreek, het eerste industriegebied van West-Europa weergeeft. Er zijn woonhuizen, winkels, pakhuizen, molens en zelfs musea te vinden.
Naast het Zaans Museum vind je er ook de Museum Zaanse Tijd waarin de geschiedenis van het Nederlands uurwerk verteld word. Het is een museum dat niet meteen opvalt voor je het weet loopt je het voorbij.
In 1656 vond Christiaan Huygens de slingerklok uit.
Na deze briljante uitvinding was de Zaanstreek de eerste regio buiten de steden waar klokken geproduceerd werden. De klokken zijn rijkelijk versierd. In principe zijn het heuse kunstwerken!
Laten we gaan klokkieken.
Dit uurwerk vertoont duidelijke overeenkomsten met het planetarium van Eise Eisinga.
Staande klokken met modellen van ons zonnestelsel waren karakteristiek in de 18e eeuw. Dit planetariumuurwerk is van Dames Starre uit ca. 1750. Je ziet vijf planeten, zon, aarde en maan omgeven door een kalender. Starre was een klokkenmaker uit Hoorn. Deze klok is van Museum Boerhaave in Leiden waar het normaliter in het depot staat.
We gaan terug naar de 13e eeuw waar dit soort uurwerken gebruikt werden in kloosters en kerken. Dit is is een van de eerste mechanische uurwerken.
Het uurwerk word hier aangedreven door twee kanonskogels. Het tempo van de tikken wordt bepaald door een verticale as voorzien van een waag (foliot). Dit is een heen en weer draaiende gangregelaar met verschuifbare gewichtjes. Tot in de 14e eeuw kende men allen uren met een variabele duur al naar gelang het seizoen.
Eind 17e eeuw ontstond de staande klok. De ankergang en gewichten werden netjes verstopt in een kast met slingervenster.
Deze klok is de vroegst bekende Nederlandse staande klok en de eerste met een secondewijzer (bovenste cijferring). De wijzerplaat geeft de uren, minuten, seconden, datum , dagen, maanddatum en de maanfasen aan.
De elektriciteit doet zijn intrede zijn intrede.
Uurwerken veranderen. Anne Frank schrijft in haar dagboek dat een dief ‘de grote, elektrische Pauweklok” (links) wilde meenemen.
Tijd moest overal gemeten worden. Zelfs bij het sporten.
Bij zwemwedstrijden werd een gastsometer (1965) gebruikt. Het apparaat wordt aangestuurd door en moederklok. Op het apparaat worden de aantikplaten aangesloten, bij het aantikken stopt het tellerwerk die bij de aantikplaat hoort. Er zijn voor de rest geen bewegende delen alles werkt elektronisch.
Een van de vroegste waterklokken kwam uit het graf van Farao Amenhotep I.
Een waterklok is een Egyptische uitvinding om voor en na zonsopgang en tijdens bewolkte en regenachtige dagen de tijd te kunnen meten. De klok is trechtervormig vat van albast waaruit een afgemeten hoeveelheid water druppelde. Aan de binnenkant geeft een maatindeling de twaalf uren van de nacht voor elke maand. In Museum van Egyptische oudheden staat de originele vat tentoongesteld.
Belangrijk om te weten:
LEUK! Allemaal (tikkende) klokken bij elkaar. MUSTSEES! De zakhorloges & de walvisklokken en het schilderij met daarin een klein klokje. ZOEK! Ga op zoek naar Atlas op de verschillende klokken.
In het Museum Zaanse Tijd heb je gratis toegang met een museumkaart. Kinderen tot en met 12 jaar betalen € 5,–. Kinderen krijgen gratis toegang bij twee betalende volwassenen. Voor minder valide is het museum niet toegankelijk.
Voor overige informatie kijk op Museum Zaanse Tijd
Ben jij wel eens naar Museum Zaanse Tijd geweest? Wat vond jij ervan?
Ik vind het een erg leuk museum voor kinderen. Vertel onderweg naar het museum het verhaal van de Wolf en de Zeven Geitjes aan kleine kinderen. Gegarandeerd plezier!
Liefs,
Sandra