“Museumblogger Sandra Singh duikt in de depots van Kunsthal & het Bonnefantenmuseum”.
Dat zou ik een fantastische headline vinden.
Het liefst zou ik mij willen begeven in het depot van het Tropenmuseum; mijn lievelingsmuseum in Amsterdam. Helaas heeft Jasper Krabbé dat al gedaan. Dat zou puur na-aperij zijn!
Alhoewel het klinkt als muziek in mijn oren. Bij nader inzien: dat zou ook fantastisch zijn. Het museum en ik zijn al meer dan een kwart van mijn leven verbonden met elkaar.
Het blijkt dat Nederlandse gemeenten tienduizenden kunstwerken in depots hebben liggen.
De werken zijn gekocht in de tijd dat het Rijk tussen 1956 en 1987 en speciale regeling had voor kunstenaars. Kunstenaars die geen kans kregen om hun werk te tonen, konden vroeger hun werk inleveren bij het Rijk.
Een speciale commissie schatte de waarde en gaf de makers een vergoeding. De werken kwamen bijvoorbeeld in overheidsgebouwen te hangen. De Beeldende Kunst Regeling (BKR) werd in 1987 afgeschaft omdat die te duur werd.
Zoveel verzamelingen in zoveel depots.
Rik Vos, die de kunstcollectie vroeger beheerde ziet graag dat gemeenten wat doen aan hun opgeslagen verzameling. Hoogste tijd dat Kunstkieken in een depot duikt vind je ook niet?
Ik zou Ruud de Wild als duik-je-mee-in-een-depot-maatje willen. Omdat hij ooit gezegd heeft (en dit zijn niet letterlijk zijn woorden) dat je gewoon van kunst moet genieten en er niet al te druk om moet doen. Die instelling past ook bij mij.
De De Wereld Draait Door draait al tien jaar door.
Het idee van een Pop Up museum ontstond in een uitzending waarin Krabbé sprak over zijn samengestelde tentoonstelling Soulmade in het Tropenmuseum.
Zo gedacht en zo gedaan. Tien vaste studiogasten van het programma mochten een kijkje nemen in de depots van tien musea.
Sinds 30 januari 2015 is de tentoonstelling DWDD-Pop Up Museum te zien in het Allard Pierson Museum in Amsterdam.
Ik heb diverse pogingen gedaan om de tentoonstelling te bezichtigen, maar het was iedere keer te druk. Dat maakte dat ik snel wegliep. Op 8 april jongstleden is het mij dan uiteindelijk gelukt om frank en vrij te lopen in DWDD-Pop-Up museum.
Het ‘leuke” aan de expositie is dat niet een curator van een museum de kunstwerken heeft gekozen maar een doodnormaal persoon.
Mijn favoriete kunstwerken waren die van schrijver Joost Zwagerman en cabaretier Marc-Marie Huijbregts.
In de ‘zaal van Zwagerman’ zijn twee stillevens te zien die mijn aandacht trokken. Een stilleven met gepeld fruit ( 2000) van Holger Niehaus en stilleven Een schaal met vissen dat dateert uit 1912. Bijzonder hoe je een stilleven vorm kunt geven toch?
In de zaal van Huijgbregts hangen twee schilderijen. Beiden van vrouwenfiguren en gemaakt in 1913 door twee verschillende kunstenaars. Op de een of andere manier vind ik ze op elkaar lijken. De vormen vind ik mooi en volgens mij zijn ze ook wel bijzonder voor die tijd.
Hierboven zie je de keuze van Jeroen Krabbé . Het kunstwerk Anjo em pedacos (1991) is van Adriana Varejao.
De engel is een geliefd onderwerp in de schilderkunst: ook wel Putti genoemd. In dit schilderij is met opzet de craquelé aangebracht en is niet uit ouderdom ontstaan.
De zaal van columnist Nico Dijkshoorn is de persoonlijkste zaal van allemaal. Hij heeft namelijk bij ieder schilderij een tekst geschreven.
DWDD Pop-Up Museum is nog tot 25 mei 2015 aanstaande te zien in het Allard Pierson Museum.
Voor meer informatie kiek kiek hier!
Liefs,
Sandra